De lijst van 100 (longlist In reprise)

 

In de enquête In Reprise vroegen we in het najaar van 2014 mensen uit de theaterwereld en toneelliefhebbers hoe zij dachten over de speelbaarheid van het Nederlandstalige toneelrepertoire. Ook vroegen we iedere deelnemer tien stukken te noemen die men graag heropgevoerd wilde zien. Hieronder de volledige longlist. De enquête had 224 deelnemers, en had de volgende uitslag (klik hier). Zie ook overige uitkomsten enquête.

 


Alfabetisch op titel | Alfabetisch op auteur | Chronologisch

anoniem, Abele spelen (1400)
Balthasar Huydecoper, Achilles (1719)
Joost van den Vondel, Adam in ballingschap (1664)
Matin van Veldhuizen, Affaire B (1985)
Johannes Nomsz, Antonius Hambroek (1775)
Jan Vos, Aran en Titus (1641)
Balthasar Huydecoper, Arzases (1722)
Ger Thijs, Beneden de rivieren (2002)
Samuel Coster, Boere-klucht van Teeuwis de boer (1612)
Willem Jan Otten, Braambos (2004)
Hugo Claus, Een bruid in de morgen (1955)
Lodewijk de Boer, De Buddha van Ceylon (1991)
Gerrit Komrij, Het chemisch huwelijk (1983)
Maria Goos, Cloaca (2002)
Herman Bouber, De Commensaal (1933)
Jan Fabricius, Dolle Hans (1916)
Marcellus Emants, Domheidsmacht (1907)
Pieter Langendijk, Don Quichot op de bruiloft van Kamacho (1712)
Judith Herzberg, En/of (1985)
Cornelis Everaert, Esbatement vanden visscher (1531)
Herman Heijermans, Eva Bonheur (1916)
Joost van den Vondel, Faëton (1663)
Maria Goos, Familie (2000)
Lodewijk de Boer, The Family (1972)
Willem Bilderdijk, Floris de Vijfde (1808)
Rob de Graaf, Freetown (2010)
P.C. Hooft, Geeraerdt van Velsen (1613)
Rob de Graaf, Geslacht (2004)
Frans Strijards, Gesprekken over Goethe? (1988)
Lot Vekemans, Gif (2009)
P.C. Hooft, Granida (1605)
Esther Gerritsen, Gras (1999)
Joost van den Vondel, Gysbreght van Aemstel (1637)
Suzanne van Lohuizen, Heb je mijn kleine jongen niet gezien? (1990)
Jan de Hartog, Het hemelbed (1942)
Marcellus Emants, Hij (1894)
Karst Woudstra, Hofscènes (1981)
Frans Mijnssen, Ida Wahl (1920)
Lucretia van Merken, Jacob Simonszoon de Ryk (1774)
Haye van der Heyden, Jaloezieën (1989)
Thomas Asselijn, Jan Klaaz (1682)
J. Slauerhoff, Jan Pietersz. Coen (1931)
Yvonne Keuls, Jan Rap en z'n maat (1977)
Joost van den Vondel, Jeptha of offerbelofte (1659)
Gerben Hellinga, Kees de jongen (1970)
H.J. Schimmel, Het kind van Staat (1859)
Alex van Warmerdam, Kleine Teun (1996)
Gerbrandt Adriaensz. Bredero, Klucht van de koe (1612)
Gerbrandt Adriaensz. Bredero, Klucht van de meulenaar (1613)
Judith Herzberg, Kras (1988)
Dirk van Hogendorp, Kraspoekol (1800)
Wim T. Schippers, Kutzwagers (1984)
Inez van Dullemen, Labyrint (1991)
Ger Thijs, Het licht in de ogen (2003)
Jillis Noozeman, Lichte Klaartje (1645)
Gerardjan Rijnders, Liefhebber (1992)
Joost van den Vondel, Lucifer (1654)
anoniem, Mariken van Nieumeghen (1518)
Jan Vos, Medea (1667)
Willem Godschalck van Focquenbroch, De min in 't Lazarus-huys (1670)
Ton Vorstenbosch, Guus Vleugel, De miraculeuze come-back van Mea L. Loman (1982)
Josine A. Simons-Mees, Een moeder (1911)
Gerbrandt Adriaensz. Bredero, Moortje (1615)
August Defresne, Het onbewoonde eiland (1941)
Peer Wittenbols, Noordeloos (1997)
Wanda Reisel, Op de hellingen van de Vesuvius (1989)
Herman Heijermans, Op hoop van zegen (1900)
Menno ter Braak, De pantserkrant (1935)
Onno Zwier van Haren, Pietje en Agnietje (1778)
Herman Heijermans, Schakels (1903)
Jan de Hartog, Schipper naast God (1942)
Lukas Rotgans, Scilla (1709)
Willem Jan Otten, Een sneeuw (1983)
Gerbrandt Adriaensz. Bredero, Spaanschen Brabander (1618)
Guus Vleugel, Ton Vorstenbosch, Srebrenica! (1996)
H.J. Schimmel, Struensee (1866)
Hugo Claus, Suiker (1958)
Frans Strijards, Het syndroom van Stendhal (1989)
Harry Mulisch, Tanchelijn (1960)
Tom Lanoye, Ten Oorlog (1997)
Jan Fabricius, Tòtòk en Indo (1915)
Constantijn Huygens, Trijntje Cornelis (1653)
Koos Terpstra, De Troje Trilogie (1994)
Gerardjan Rijnders, Tulpen Vulpen (1988)
Michiel de Swaen, De Verheerlijcte Schoenlappers (1688)
Alex van Warmerdam, De verschrikkelijke moeder (2004)
Herman Teirlinck, De vertraagde film (1922)
Multatuli, Vorstenschool (1872)
Hugo Claus, Vrijdag (1969)
P.C. Hooft, Warenar (1617)
Pieter Langendijk, Het wederzijds huwelijksbedrog (1720)
Herman Heijermans, De wijze kater (1917)
Karst Woudstra, Een zwarte Pool (1992)

Jan Pietersz. Coen (1931)

J. Slauerhoff (1898-1936)


in première: 1961 door Amsterdamse Studenten Toneel Vereniging, in de regie van Johan Greter


ensceneringen/producties (zover bekend):

(1961: Amsterdamse Studenten Toneel Vereniging; 1986: Nederlandstalig Repertoire Gezelschap) N.B. voorgenomen opvoeringen in 1937, 1948 en 1961 werden verhinderd of verboden.



laatst bekende opvoering: 1986, door Nederlandstalig Repertoire Gezelschap

volledige tekst: klik hier


drukgeschiedenis:

10 uitgaven in de periode 1931 - 2012: 1931, 1932, 1936, 1941, 1944, 1944, 1948, 1948, 1986, 2012



secundaire literatuur:

Ben van Eysselsteijn, ‘Jan Pietersz. Coen in drama uitgebeeld’, in: Bataviaansch Nieuwsblad, 8 januari 1932

M. Wolters, ‘Het Nederlandsche repertoire’, in: De Waag, 27 oktober 1944




publiciteit

Aankondiging in Rotterdamsch Nieuwsblad, 23 augustus 1943

‘Toneelspel “Jan Pietersz. Coen” verboden’, in Leeuwarder Courant, 20 februari 1948

‘Na lang beraad toch opvoering’ in De Tijd De Maasbode, 5 oktober 1961